Ik wil niet dat je het zo noemt.
Hij kijkt me aan. We weten allebei wat er aan de hand is, maar het kan –nog niet- genoemd worden. Dus laat ik het rusten tot het zijn eigen weg vindt in het proces.
In de offerte zet ik: begeleiden bij een ingrijpend ziekteproces.
Ik mag er niet aan komen. Nog niet.
Dat is bullshit.
De medewerker die het niet over zijn drankgebruik wil hebben. Al ruikt de hele afdeling het. Een manager die van haar stoel valt als ik het woord overgang laat vallen.
Het ligt aan de ander.
Een teamleider in stress die hoofd- en bijzaken niet meer kan onderscheiden. Iedereen krijgt de schuld: het team bakt er niks van en de organisatie laat steken vallen. Thuis dreigt zijn vrouw op te stappen. Omdat hij er niet is voor zijn gezin. Hij leidt vanuit een luchtballon.
Ik red me prima.
De medewerker die in een nare vechtscheiding zit en kapot gaat aan verdriet en jaloezie. En nee, het heeft geen invloed op haar prestaties.
Ik wil het er niet over hebben.
Een vriendin die elk gesprek over haar beroerde financiële situatie, afkapt.
Het is nog te groot: zien wat waar is.
We onderdrukken wat we ten diepste al weten en belemmeren daarmee elke verandering die nodig is.
We buffelen dapper door, zetten er zelfs een tandje bij. De emotionele pijn van wat er werkelijk speelt, zien wie we werkelijk zijn, drukken we weg. We zijn namelijk bang los te laten en diep te vallen.
Volgens Amos Tversky, psycholoog, betalen mensen een te hoge prijs om lastige situaties te vermijden.
Mensen die willen voorkomen dat ze vallen, kunnen ook heel vindingrijk zijn.
Zo neemt het verstand het over als we het moeilijk hebben. Het is een beproefde strategie die ons jaren heeft gediend: daardoor blijf je weg bij wat werkelijk waar is in je leven. We zijn nog niet in staat aanwezig te zijn bij wat er werkelijk speelt.
'Nothing ever becomes real until it is experienced’.
John Keats, dichter.
Hoe werkt dat dan: niet kunnen voelen?
Zodra het emotioneel te complex wordt, neigen we ‘onbewust’ te worden.
We verliezen de verbinding met wie we zijn en we reageren louter vanuit het verstand. We gaan bijvoorbeeld ons handelen rechtvaardigen.
Zo tellen we de glazen drank per dag (ach, het valt wel mee), trekken ons mentaal af (hé, mijn baas is nou eenmaal een loser), of vallen onze collega’s aan (tja, met zoveel onkunde in een team). We trekken ons kortom emotioneel terug. Uit het het team, onszelf en het leven.
Maar ja, hoe breng je dan de ander bij zijn pijn, bij wat waar is in zijn leven?
Je belangrijkste rol als begeleider is zorgen voor ruimte, zodat de ander de pijnlijke waarheid kan zien en ervaren.
Holding space heet dat in fraai Engels.
Emoties als woede, teleurstelling, euforie of wanhoop kunnen dan vrijkomen, ze mogen er zijn. De fase van stolling –vastgezette emotionele pijn in een verkrampte geest en lichaam- gaat dan over in de fase van stromen: een energetische ontlading van emoties bij het zien van de waarheid in je leven.
Die kracht, of liever energie, daar moet je het van hebben in het proces. Daar zit de sleutel tot inzicht en beweging.
Ga direct naar het hart, dat is de kortste route.
Jos Titulaer, www.lichtendinzicht.nl
Wat betekent dat voor mij als begeleider?
Je valkuil als begeleider is te reageren van verstand tot verstand. Mentaal dus.
Door bijvoorbeeld iemands aanpak ter discussie te stellen, te confronteren met zijn uitstelgedrag of te waarschuwen dat hij hollende richting burn out gaat.
Of door oplossingen te geven: een cursus time management of yoga, terwijl iemand totaal de weg kwijt is. Dat heeft -weet ik inmiddels-, geen enkele zin.
De energie van het verstand, zegt Eckhardt Tolle in De kracht van nu, is te hard.
Daarmee bereik je de ander niet. Het hart is immers op slot, de ander kan nog niet ervaren wat de werkelijke pijn is achter zijn gedrag, op een dieper niveau.
Alleen compassie kan die energie zacht maken, zij zorgt voor ruimte om te voelen. Pas dan ontstaat er beweging, een eerste stap tot transformatie.
Ok, helder. Nog concrete tips voor mij als begeleider?
- Ja. Maak echt contact, stem volledig op de ander af.
- Wees aanwezig. Als jij in je hoofd zit, zit de ander dat ook.
- Luister tussen de regels door: wat voel, proef, hoor en ervaar je bij de ander? Wat wil hier gezien worden?
- Benoem zijn liefde en kracht, zijn bereidheid te gaan voor wat er nog wel is, de loyaliteit naar de zaak, zijn tomeloze inzet om de dingen goed te willen doen, of hoe hij vecht voor zijn leven.
- Durf licht en speels te zijn. Gebruik humor en deel plaagstootjes uit: Voor iemand die zoveel drinkt, ben je aardig nuchter.
- Heb compassie. Voer een kus gesprek, vanuit het hart: Ik zie dat je lijdt.
Of woorden van die strekking.
- Durf stil te zijn. Pas in de stilte kan je ervaren wat er aan het licht moet komen.
- Kortom: maak en bewaak de ruimte tussen jou en de ander, zodat alles er kan zijn. Ook de minder prettige zaken. Zoals de dood.
Zodat aan de orde mag komen, wat niet in orde is.
Wilma van Tuyl helpt anderen om vanuit lichtheid om te gaan met grote veranderingen in hun werk en leven. Zij helpt hen door inzicht te geven in wie ze werkelijk zijn en wat ze te doen hebben hebben in het leven.
Zij is een storyteller pur sang, en heeft al ruim 600 keer op het podium gestaan, in organisaties en in het theater.
Als TedX coach begeleidt zij sprekers en professionals om hun verhaal sterk op het podium te zetten.