Ik lig in een beddenzaak, hartje Amsterdam. Uitgestrekt op een tweepersoons bed, op zoek naar een nieuwe matras. Even testen, uitproberen of ie lekker ligt.
De verkoper staat naast me en kijkt toe. Zijn lichaamspositie is helder: wijdbeens. Hij kijkt op me neer. Letterlijk.
Ik voel het verschil in hoogte tussen hem en mij en ik ben mij daar heel erg bewust van. Gekke situatie eigenlijk, zo’n wildvreemde man naast je toekomstige bed.
Alsof je in een etalage bij de gynaecoloog ligt, en tout Amsterdam meekijkt. Niet echt de prettigste positie.
Alsof je dat überhaupt in tien minuten weet: welke matras geschikt voor je is. Daar is minimaal drie nachten voor nodig. Of liever: een maand. Ik ontspan dus voor geen meter, hak snel de knoop door en koop een matras. Te hard, dat blijkt de eerste nacht al.
Waarom moet je als trainer zitten en niet staan?
Ik zie het vaak: trainers die voor de groep staan. Wijdbeens als het een man is , op een been leunend als het om een vrouw gaat. Hij loopt heen en weer loopt en kladt driftig het white board vol. Op zijn best stelt hij vragen waarvan hij het antwoord al weet. Hier staat iemand te doceren in plaats van te begeleiden.
De groep kijkt toe. Noteert en zwijgt. Soms steekt iemand zijn hand op als de trainer wat vraagt. Van echte beweging in de groep is geen sprake. De energie zakt snel naar nul. Vooral de trainer is hard aan het werk. Wat hij vergeet is dat zijn groep in beweging moet komen, niet hij.
Hoe komt het dat als jij als begeleider staat, de groep passief is?
Kijk, neem nou een cabaretier. Zeg: Hans Teeuwen. Een echte performer. Hij staat op een podium dat hoger is dan waar wij, het publiek, zitten. Net als de bedden man. Zijn lichaam is frontaal naar de zaal gekeerd. Hij is in charge, vertelt anekdotes en maakt grappen. Hele harde.
Dit heeft alles te maken met zijn lichaamspositie en de rol die hij pakt op dat moment: de Performer.
Hij speelt zijn rol met verve. In het beste geval–en in zijn geval: het ergste-, spreekt hij iemand aan op de voorste rij aan. Dat voelt onveilig, zeker bij Hans Teeuwen. Daarom blijft de eerste rij vaak leeg.
Het speelveld van Teeuwen zijn wij: de toehoorders. Hij is zich volledig bewust van het effect dat hij bereikt, en speelt ermee op het podium. Het is Hij versus Wij. En wij -het publiek- luisteren en geven hem applaus. Dat is onze rol en die is voorspelbaar en vrij passief.
Zijn fysieke positie op het podium versterkt dat nog meer: frontaal.
Met het gezicht naar ons toe. Het hele podium benuttend. Uitdagend. Heerser. In controle.
Wijdbeens staan is een sterke lichaamspositie op het podium. Hij past perfect bij de rol van Aanklager in de Drama driehoek, ook wel genoemd de Heerser. Dit is mijn podium, straalt hij uit en wij, het publiek, zijn zo stom om hier te gaan zitten en alles maar goed te vinden.
In diezelfde driehoek zijn wij –vrijwillig weliswaar- het Slachtoffer. Jij bent geweldig, zeggen wij tegen Teeuwen de Aanklager, en weten: wij hebben niet eens een podium. We komen niet in beweging, liever niet zeg, en we ondergaan lijdzaam zijn harde grappen. Het is part of the deal. Allemaal rollen waar we die avond bewust voor kiezen en die voortkomen uit eeuwenoude theaterwetten.
Maar in een training of bijeenkomst wil je geen passieve toehoorders, toch?
Als je als trainer wijdbeens voor de groep staat of vaak heen en weer loopt, druk je je groep automatisch in de rol van toehoorder, op zijn best een gewillig gehoor, maar passief. Dat wil je niet; je wilt juist deelnemers die gaan staan, rondlopen, vragen stellen, in gesprek gaan met elkaar en nieuwe zaken ervaren en leren. Geen willige luisteraars, geen slachtoffers.
Dus hoe zorg je voor een open leeromgeving voor je deelnemers: op fysiek, mentaal en emotioneel niveau?
Dit begint bij jou en de fysieke positie die je inneemt in de groep. Ga eens vaker naast ze zitten, op hetzelfde niveau. Stel bijvoorbeeld de stoelen zo op, dat zij altijd oogcontact met elkaar hebben, en ook met jou. Zo ben je als trainer onderdeel van de groep en maak je het veilig voor de anderen zich te laten zien. Wissel af in dynamiek. Dat nodigt de groep uit tot het het nemen van een andere rol.
Zo draagt je lichaamspositie sterk bij aan het leer- en ontwikkelproces van je deelnemers.
Dus wees je als begeleider bewust van 5 zaken:
-
Varieer voldoende in lichaamspositie: wissel staan en zitten af.
-
Neem eens vaker plaats naast je deelnemers. Zij zijn niet je publiek.
-
Richt de ruimte zo in dat leren en bewegen makkelijk samengaan.
-
Zet je deelnemers in een kring, gooi de tafels eruit
-
Leer de impact van Zeven Lichaamsposities en speel ermee.
Wilma van Tuyl is senior coach, facilitator en improvisatiespeler pur sang.
Zij brengt de wetten van het improvisatietheater in organisaties. Zij gaat De Vloer op met leiders en teams en helpt hen te zien wie ze werkelijk zijn en hoe zij krachtig kunnen acteren onder sterk veranderlijke omstandigheden.
Als TEDx coach helpt zij sprekers bij hun verhaal en leert hen sterk op het podium te staan.
www.wilmavantuyl.nl