‘Ik heb een gelukkig jaar achter de rug. Ondanks de misère’.

By Wilma van Tuyl | Burn-out

dec 21

Het zijn de woorden van Dirk de Wachter, psychiater, in een interview bij Buitenhof. Hij is ernstig ziek.

Ik ben wezenlijk niet veranderd. Ik wist al wat er belangrijk was in het leven.

Dat weet ik ook, en toch moest ik nog wat ontdekken. Wat ik schrijf is persoonlijk, wat ik leer wellicht universeel.

Negen maanden inmiddels duurt mijn burn-out.

De duur van een zwangerschap besef ik. De bevalling kan zich elk moment aandienen. Het leven overkomt je, een burn-out – of noem het ernstige overspannenheid-, ook. Ineens is het er, al waren de tekenen er al lang. Het gebeurt. Je weet op voorhand niet hoe je daarmee omgaat. Elke stap in het herstel, elke les dient zich aan. Elke dag opnieuw. Of je het nou leuk vindt of niet.

We doen dit effe, 6 weken tot de max.

Dat is mijn eerste gedachte als ik terugkom van de huisarts die de diagnose stelt. Achteraf gezien hilarisch, iets waar je samen met een vriend om lacht. Een burn-out coach die haar herstel als een quick fit ziet, een zomergriep die met wat extra vitamine C zo weer overgaat. En door maar weer. Het is de angst die regeert, pure paniek. Het verstand wil controle houden over een lawine die zich onomkeerbaar losmaakt van de berg en naar beneden stort.

De eerste weken zijn een hel. Geen woord overdreven.

Diep in de misère, op de bank onder een deken, weet ik niet eens hoe mijn ontbijt te maken, laat staan de prikkelrijke supermarkt in te gaan. Mijn hoofd is een stroperige massa, een grote blur, mijn spieren een kramp en mijn bindweefsel als steen. Mijn sympathisch zenuwstelsel is op hol, mijn parasympathisch stelsel verlamd. Hartkloppingen zorgen dat ik nachtenlang niet slaap. Buiten draait de wereld door.

Niet slapen is killing; het ondermijnt elk functioneren of pogingen tot herstel.

Er is een vriendin die wekelijks kookt. Een andere nodigt me uit gewoon aan te schuiven, zonder verplichtingen. Sommigen zie ik helemaal niet meer. Mijn dochter doet de absoluut niet uit te stellen administratie, appt, belt, kookt en is bezorgd. Rijdt me naar de huisarts. Een vriend slaat zijn armen om me heen. More than 30 seconds. Collega’s sturen bloemen. De buurvrouw haalt boodschappen.

De eerste weken overheerst één gedachte: hoe kom ik hier zo snel mogelijk uit?

Het pad van herstel bij burn-out is onduidelijk en gekmakend onzeker. Er is veel geschreven over burn-out, oorzaken en aanpak. Nog steeds is niet duidelijk wat het nou precies is. Het aanbod van coaches en psychologen bij burn-out is groot, hun aanpak even divers als de inwoners van Amsterdam.

De adviezen die ik krijg zijn uiteenlopend, goed bedoeld en soms ronduit komisch.

Zo moet ik meer of juist minder vlees eten (hallo hier vegetariër), met trauma aan de slag (na een telefonische intake van nog geen 10 minuten, da’s knap), wat vaker een wijntje drinken, veel of juist niet overdag slapen, en naar buiten. Wandelen. Dat laatste is waar: kilometers loop ik door mijn achtertuin het Waterland. In stilte. Zonder podcast. Alleen. Zolang ik loop ben ik oké.

Vaak krijg ik het advies: Ga praten met iemand. Ik voel het niet. Bovendien wil ik niet praten: elk gesprek, elke afspraak hoe kort ook, put me uit. Ook de leuke. Binnen een minuut is mijn hoofd een zoemende bijenkorf vol woedende wespen. Luisteren -toch mijn kernkwaliteit als coach-, lukt niet meer. Er zijn voor anderen evenmin.

Er is geen snelle verbetering in zicht, de 6 weken ten spijt.

Ik ben een gewond dier dat zich terugtrekt zin zijn hol. Angstig is het ook; wat als mijn verdere leven er zo uitziet? Het komt goed, zeg ik altijd tegen mijn cliënten, vertrouw erop. Maar het duurt een hele tijd; het is de ultieme test in vertrouwen. Hoe heb ik niet kunnen zien dat deze woorden op een dag ook voor mij zouden gelden? Nu ik zelf op de bodem van de put zit.

En hallo zelfstandig: dit kan niet lang duren!

Ik wil geen opdrachtgevers teleurstellen. En iets met omzet en net twee jaar Corona achter de rug. Mijn agenda is weer net lekker gevuld. Noodgedwongen zet ik er een streep door, bel opdrachtgevers, regel vervangers en roep: 6 weken. Hooguit! Tot ook het regelen niet meer lukt. En ik alles laat vallen. Weg omzet; het Broodfonds vangt me voorlopig op.

Oorzaken? Ik zie een patroon. Nu wel.

Het zijn zware karren die ik trek, wij allemaal, in Corona tijd. Lockdown na lockdown. Agenda’s die net zo hard vol als leeglopen, van offline trainen naar online en weer terug. Wel of geen inkomen. The eternal question. Mijn tanden die ik gewend ben erin te zetten, knarsen ’s nachts.

Ik help anderen in uitdagende tijden, wie helpt mij?

Mijn klanten zitten huilend achter het scherm. Hun noodkreet is tegelijk mijn spiegel. Het veel alleen zijn, het wegvallen van mijn theatergroep, uitjes en fysiek contact. Nauwelijks aanraking (vraag je single vrienden er maar eens naar), het breekt me op. Een verhardende wereld van QR codes, tegenstelling en uitsluiting doet de rest.

De grootse troost komt van de medemens, zeker in tijden van nood. Ik heb het aan de lijve ondervonden, het huidcontact, het aanraken. Het is letterlijk tot leven wekkend.
Dirk de Wachter.

Wanneer is het klaar?

Elke zondag wacht ik vol ongeduld tot Martijn Dolaard https://www.youtube.com/watch?v=BZusQUBsL4Q zijn films op YouTube uploadt. Veertig minuten, soms dertig als we pech hebben-, zit ik in zijn wereld, laat hij me toe. Ik volg hem al vanaf dag 1. Een Nederlander die een huis bouwt in Italië. Of liever, die op eenzame hoogte in de Alpen een bouwval verandert in een toekomstig thuis. Er is het idee, maar er is geen tijdspad of stappenplan. Geen hoe bouw ik een huis in 6 weken?

Dag na dag, steen na steen, stap voor stap werkt hij door. Gestaag, zonder haast.
Eerst puinruimen. Leefbaar maken. Stapels leisteen verzamelen die nodig zijn voor het herbouwen van het dak. Ongerepte, wilde natuur verandert in een bescheiden moestuin die hem een zomer lang voedt. Ondoordringbare rotsgrond hakt hij open voor waterleidingen. Hij bouwt buitenkeukens, installeert zonnepanelen.

Er is zon, schaduw, droogte, regen, storm, sneeuw, kou en hitte.

Er is vooral adembenemende natuur in vogelvlucht, bergen van licht en schaduw, besneeuwde toppen die afsteken tegen een strakblauwe lucht. Alpenweides vol Lelietjes van Dalen, geurende tijm en jasmijn.
Er komen genode gasten: buurman en kluizenaar Jozef die aan een boek werkt. Locals met eeuwenlange expertise schieten te hulp bij het herbouwen van het dak. Boeren verkopen geitenkaas. Een kudde koeien klingelt dagelijks over zijn land naar hogere weides. YouTube volgers uit alle landen komen hem een paar dagen helpen.
Er zijn ook ongenode gasten: zwerfhonden, gekmakende insecten en muizen. Hooikoorts. En huilende wolven. Bij volle maan natuurlijk.

Al bijna vier seizoenen -de periode van mijn burn-out- leef ik met hem mee in wat een sprookje lijkt. Het is hard werken en volharden, en bereid zijn ontberingen te dragen. Honderdduizenden volgers op YouTube leven met hem mee. Danken hem voor de prachtige beelden, de eenvoud van leven, geven tips en support. Martijn is een kijker hit.

Hij toont een wereld en manier van leven die nog maar weinig mensen kennen: wonen in een ongerepte natuur, levend bij de dag, met wat er is. Hij heeft geen haast, laat zich niet opjagen. Hij vertrouwt het proces. Het troost me en helpt me te bij de dag te leven. Wat komt, komt.

Wanneer is dit klaar vraagt ook mijn omgeving.

Vaak hoor ik in hun stem een licht ongeduld, de wereld heeft geen tijd voor ziekte. Het is een terugkerende vraag tijdens mijn reis van inzicht, terugval en herstel.  En dan, eindelijk, op een dag, terwijl ik op YouTube luister naar ik Adyashanti https://youtu.be/yX5_HBmFUh0, en geef ik me over.  You really don’t know, zegt hij in een satsang en zijn boodschap landt in elke vezel van mijn lijf. Ik weet het inderdaad niet meer.

In een split second laat ik alles los; elke gedachte dat het snel over moet zijn.
Er is geen wil meer dat het sneller moet. Over moet zijn. Geen tijdspad. Geen in 6 stappen uit je burn-out. Ik bel alle geplande afspraken met psychologen en coaches af. Alleen het online programma bij burn-out volg ik nog. Op mijn tijd. Mijn tempo. https://ruudmeulenberg.nl/team-coaches/

Ik schilder, ik wandel, ik zwem. Ik voel.

In de vroege ochtend zwem ik in een zijkanaal van het IJ, als de ergste hitte nog moet komen. ‘S avonds wroet in de aarde van mijn tuin, als de ergste hitte weer voorbij is. Ik ga naar mijn masseur. Ik heb bezoek en vraag ze na een uur weer te gaan. Dat lukt niet altijd: op mijn koelkast hang ik een A4 met NEE, tenzij. Ik leer nee te zeggen tegen elk advies en goedbedoelde uitnodiging. Mijn grenzen te bewaken. Zolang ik het niet voel, doe ik niks. Ik vertrouw op wat ik voel. Op het proces. Ik rust uit. Ik heel.

O, do not move. Listen to the gentle beginning.
John Tavernier, componist.

Op een dag word ik wakker en voel ik het: de eerste tekenen van energie.

Ik juich. Voorzichtig. Ik ben er nog niet, maar het begin is er. Het komt goed. Het duurt alleen nog even. Ik kom weer thuis.

Laat een reactie achter:

Laat een reactie achter:

Share This