Laten we eerlijk zijn: vakantie is heerlijk maar ook improviseren.
Want als je buienradar checkt schijnt de zon, eenmaal op je fiets komt het met bakken uit de lucht.
Rij je voor dag en dauw richting de Dordogne loop je toch vast in een file.
Een adembenemend hotel aan zee uitgezocht? Blijkt je hotelkamer uit te zien op een benzinestation.
En op die online gereserveerde camping in Frankrijk, is het beloofde zwembad niet groter dan een pierenbadje.
Wat doe je daaraan?
Speel ermee en improviseer.
Word nat, stel je plannen bij, kijk de andere kant op of trek verder. Beslis in het moment.
En vooral: lach erom.
We zijn altijd onvoorbereid in de praktijk.
Ook de meest grondige voorbereider, vergeet bij het inpakken wel eens de tent.
Vakantie is niets anders dan ervaren en doen in het moment, waarbij je steeds opnieuw afstemt op wat er is.
Die vraag leg ik voor aan Victor Romijn, (voorheen) community manager bij de Hartstichting en doorgewinterde improvisatie speler bij PLACEBO. Ik leg hem langs de meetlat van de basis principes van improviseren.
Victor, als je naar de organisatie kijkt, wat heeft improvisatie hier te bieden?
Vanuit de wereld van het improviseren weet ik dat een scene pas echt lekker loopt, als we keuzes durven maken, en helder zijn in wat wij noemen Wie, wat en Waar:wie ben je, wat doe je en waar zijn we?
Hoe meer jij als speler helder bent, hoe beter de ander zijn rol kan pakken. Ookvertrouwen we op elkaar in wat we doen op het podium.
In organisaties is dat niet anders. Maar wat ik vaak zie is dat er geen keuzes worden gemaakt, alles dobbert dan voort. We leven helaas in een poldermodel waarin we niet echt kiezen en weinig risico nemen. Maar dan verandert er ook weinig.
Hoe helpt improviseren jou dan in je dagelijks werk?
Als manager heb ik veel aan mijn improvisatie vaardigheden. Ik maak bv in mijn werk eerder keuzes, werk in het vertrouwen dat het goed uitpakt en ervaar dat als een enorme vrijheid in mijn werk. Ik laat me niet meer snel van de wijs brengen. Ik deal wel met de problemen als ze zich aandienen.
Die improvisatie mindset, wat merken je collega’s daarvan?
Ze zeggen dat ik flexibel ben, makkelijk ja, en zeg en goed kan luisteren naar wat er gezegd wordt. Zelf heb ik op mijn werk een keer een workshop Improvisatie gegeven, vooraf aan een brainstorm. Dat was leuk en spannend om te doen.
Ik was verrast hoeveel plezier mijn collega’s hadden met elkaar, vergeleken met hoe we normaal samenwerken. Veel volwassenen zijn vergeten om te spelen!
Geef eens voorbeeld waarin die improvisatie kwaliteiten echt van pas komen?
Nou, neem bijvoorbeeld de jaarlijkse collecteweek bij ons. Dat geeft iedere keer weer stress. Collega’s in mijn team die zich op social media begeven voor de Hartstichting – en die dat normaal nooit doen-, voelen zich onzeker: hoe gaan ze reageren op mij? Welke vragen krijg ik, wat moet ik antwoorden?
Vertrouw erop, zeg ik dan, dat elke vraag zijn antwoord krijgt in het moment. Dat is toch echt een impro vaardigheid: in het moment zijn. Zorg dat je de inhoud kent, de rest komt vanzelf.
Doe het maar gewoon, probeer het maar uit. Denk er vooral niet teveel over na.
Moet ik in het vervolg dan maar onvoorbereid op een overleg, presentatie of sollicitatie komen?
Nee, dat wil je niet. Dat is zonde van ieders tijd, geld en energie. Dus bereid je je inhoudelijk voor.
Maar blijf openstaan voor wat er is, stel bij en doe wat nodig is om het samen resultaat te halen. En zorg voor alles goed voor jezelf!
KORTOM
Vakantie is een lange workshop in leren omgaan met verandering.
In het beste geval loopt alles op rolletjes, vaak loopt het anders.
Improviseren traint die vaardigheden die je helpen daarmee om te gaan.
Ook handig op je werk dus.
In beide gevallen is improviseren de eerste én beste keus.
Ook op een onder water gelopen camping in Kroatië.
‘Je moet positief denken.’ Ken je dat advies? Hoe een simpele rol behang je wél helpt negatieve gedachten te keren (plus een werkvorm).
Blauw hoort op straat. Waarom je beter gele, groene en rode taal kan gebruiken in je presentatie.
Leve de speechschrijver! Hoe Willem Alexander schittert en ons raakt.
Waarom we spelen serieus moeten nemen