Waarom we spelen serieus moeten nemen

By Wilma van Tuyl | Geen categorie

nov 26

Wilma van Tuyl

Dit verhaal gaat over mij, en over waarom spelen in ons leven belangrijk is. De waarheid vertellen over wat er speelt in ons leven, het onder ogen zien, helpt ons thuis te komen bij wie we zijn.  Het gaat ook over de wereld waarin we leven en wat die met ons doet.

Laat ik bij het begin beginnen
Als kind groei ik op in Brabant  in een gezin van negen.  Veel plezier en drukte, maar ook vechten voor aandacht en een plek voor mezelf.  

Ik ben een echte Pippi Langkous: ondernemend en avontuurlijk. Mijn onderzoekende ik trekt graag de wijde wereld in. Regelmatig  komt de brandweer eraan te pas: als ze mij moeten bevrijden uit afgesloten  bouwplaats. Of uit een wak in het ijs moeten halen. Ik ben niet bang aangelegd en wil zeker niet onder doen voor de jongens.

Ik droom ervan actrice en schrijfster te worden. Op de basis school sta ik vaak op het podium en schrijf schriften vol met verhalen.  

Tot ongeveer hun 7e zijn kinderen van nature in deze speelse, onbevangen  staat van zijn.

Spelen is voor hen geen bewuste activiteit –er is nog geen onderscheid tussen spel en werkelijkheid. Spel is hun natuurlijke staat van zijn.
Een kleuter vinkt geen To do lijst af. Een kind heeft geen moeite met de balans school en privé. Nee, het vult emmertjes met zand en water. Het onderzoekt, ervaart en leert van wat hij ontdekt.

Van nature is de mens een spelend wezen, dat zegt Johan Huizinga in Homo Ludens al. We komen op de wereld in een natuurlijke staat. We handelen vanuit eigenheid en zijn nieuwsgierig. Het is de Ja, en mindset die ik later weer vind in het improvisatietheater. Onze kracht ligt hier: als we verbonden zijn met de wereld en ons talent.

De oordelen over wat en hoe we het doen, die komen later, als we opgroeien.  We raken dan steeds meer afgesloten van onze oorspronkelijke kern. Dat uit zich in fysieke en emotionele problemen.

Ik leg uit hoe dat werkt.

Als we opgroeien vertonen we steeds meer aangepast gedrag.
We willen gezien worden en bij de groep horen. Onze omgeving speelt een grote rol: gezin, vrienden, school en later werk. Zij bekrachtigt gedrag dat wenselijk is,  en ontmoedigen gedrag af dat niet wenselijk is. Het zijn bewuste en onbewuste processen die horen bij een systeem.

We  noemen dit overlevingsgedrag.
Zo moedigen we een stil kind aan meer op de voorgrond te treden, een druk kind wat rustiger te zijn. Ook al past niet dat bij zijn ware aard. We ontkennen daarmee feitelijk wie hij of zij is.

Gaandeweg wordt dat aangepaste gedrag een rol die we gaan spelen.
De een wordt  bijvoorbeeld Entertainer , de ander een echte Mediator.  Uiteindelijk val je samen met je rol. Toch ben jij dat niet.

Die rol dient ook iets anders: namelijk om je gekwetste kind te beschermen. Bij het opgroeien  lopen we fikse deuken en krassen op. Het van nature onbevangen kind -je natuurlijke aard- trekt zich terug naarmate het ouder wordt.  We noemen dat volwassen worden.

Hoe is het bij mij begonnen?
Als ik opgroei, voel ik verwarring. Er lijkt een kloof te zijn tussen de wereld en mij. Wat is er mis met mij?

Het begint op de basisschool waar ze geen raad weten met mijn drukke ik. Al zijn mijn gemiddelde cijfer een 8-9, in mijn rapporten staat: Wilma moet meer stil zitten en beter luisteren.’

Het is begint zeker als mijn goed bedoelende ouders mijn plannen voor het VWO niet zien  zitten. De directeur van de basisschool komt persoonlijk langs om voor mij te pleiten: “Het zou zonde zijn als Wilma  niets met haar talenten zou doen.’  Ik ga alsnog naar het VWO.

  • Alles begint met talent, maar daarmee kom je er niet.
    Er is ook moed nodig en het geloof dat je het recht hebt,  je plek in de wereld in te nemen. Je hebt ook een mentor nodig: iemand die je ware aard herkent en je op weg helpen.  De directeur is mijn eerste mentor.

De verwarring begint zeker wanneer  ik als 7 jarige een gesprek opvang tussen mijn moeder en haar zus die op een zomerse dag in de tuin. 

Ze laat zich ontvallen dat ze haar jongste  drie kinderen – waarvan ik er een ben – nooit had moeten hebben. Het is haar allemaal teveel.  Zij weet niet dat ik binnen zit te lezen, en door de openstaande tuindeuren alles hoor.

Als kind weet ik geen raad met deze boodschap. Mijn overlevingsstrategie  wordt leuk doen, grappig zijn, en Performen. Zolang ik anderen entertain, hoef ik niet te voelen. De stem in mijn hoofd  -de klaarstaand innerlijke criticus-, begint hier. Hij fluistert dat ik misschien wel talent heb maar he, wie zit er nou op mij te wachten?

Hier ergens ontstaat ook het lege gevoel dat ik lang bij me draag.
Hier begint ook de afslag in mijn leven, en ik niet weet wie ik moet zijn en kansen die op mijn pad komen, niet grijp.   Hier begint ook – onbewust nog- mijn missie in het leven: zichtbaar maken wat er onderhuids speelt in het leven van anderen.

Van huis uit kom ik niet in aanraking met de wereld van het theater, films en boeken. Mijn omgeving stimuleert mijn drang tot spelen en schrijven, niet. “Met toneel valt geen droog brood te verdienen”, oordeelt mijn vader. Maar  het verlangen is groot en ik verhuis naar Amsterdam, de stad van het theater waar mijn hart ligt.

Bij de selectie voor de Regie opleiding eindig ik van de 200 kandidaten bij de laatste 6. Ik  krijg te horen dat ik talentvol ben, en het advies eerst nog een jaartje de praktijk in te gaan en terug te komen. Dat laatste doe ik niet.

Uiteindelijk studeer ik af in Spaans en Vertalen en beland al snel in de bak Werkeloze Academici. Het loopbaantraject dat ik volg intrigeert me: He, leuk vak. Ik trek de stoute schoenen aan en bied het Loopbaan bureau een workshop Presenteren voor Academici aan. Ik sta makkelijk voor een groep en  dat blijkt de sleutel.  Diezelfde dag heb ik een baan. Zo rol ik het vak van trainen, rollenspel en coachen.

Prive lijkt alles rooskleurig: ik ben verliefd, ga samenwonen met een man die twee dochters uit een eerder huwelijk heeft, samen krijgen we er nog een. Hij is een work alcoholic en vaker weg dan thuis. Hij drinkt veel, maar dat probeer ik te negeren. Zo ook mijn toenemende gevoelens van leegte en ontevredenheid.
Ik maak lange dagen, werk hard en geef veel, zowel privé als op mijn werk. Ik ben immers het kind dat geen bestaansrecht heeft.

Op een dag is het zover: ik ga letterlijk onderuit. Mijn lichaam en geest is het teveel. Ik val in een diep gat van burn out, gevolgd door een jarenlange terugkerende depressie.

Een burn out net als een depressie, is in zekere zin een trauma.
Het overvalt je zonder te begrijpen  waarom en grijpt diep in je leven in.  Je komt terecht in een staat van volledige apathie en uitputting, fysiek en psychisch.  Zelfs het maken van een boodschappenlijstje was mij al teveel.

Gaat dit verhaal alleen over mij? Of is er meer aan de hand?

Als coach begeleid ik hardwerkende professionals, die de grip kwijt zijn op hun werk en zichzelf.  Ze maken mentaal overuren, hun lichaam beweegt nauwelijks. Ze hebben een volle agenda, ook privé. Economisch nut, doelen en resultaten bepalen hun doen en laten. We leven in de eeuw van de Homo Economicus.

Hun  klachten zijn stress gerelateerd.
Piekeren, slapeloosheid, angstig, geen energie , kort lontje of opgejaagd gevoel. Hun stroom van negatieve gedachten is indrukwekkend, hun zelfbeeld is laag. Ze zijn  de verbinding met zichzelf kwijt. Ze moeten leren vaker nee zeggen en luisteren naar hun lichaam en hun verlangens.

Maar hoor ik mijn vader zeggen, je gaat toch niet dood van hard werken? Nee, maar je raakt wel uitgeput van teveel moeten geven wat van wat je niet hebt of bent.

De dieper liggende oorzaak van burn out en depressie ligt hier: op zijns niveau. We leveren veel van onszelf in. We zetten een rem op onze creativiteit en we raken vervreemd van wie we zijn. We gaan iemands ander leven gaan leiden en dat kan tot grote schade leiden, vooral voor jezelf.

Voorbeelden uit mijn praktijk

Zo begeleid ik een teamleider die nachtelijke overuren draait en te weinig met zijn kinderen buiten speelt. Een beleidsmedewerker die liever fysiotherapeut was geworden, maar ja baanzekerheid. En een financieel top talent op de Zuidas die zijn gitaar aan de wilgen heeft gehangen, want ja je dromen najagen. Ze zijn kortom,  gestopt met doen waar ze blij van worden

En er is licht

Alles wat er in ons leven gebeurt, dient ons om te worden wie we zijn.

Na 15 jaar stap ik uit mijn huwelijk: Ik wil het kind in mij niet langer onthouden wat het het meest nodig heeft: onvoorwaardelijke liefde.
De echte ommekeer komt wanneer ik mijn volgende, spirituele mentor ontmoet. Hij brengt mij weer thuis bij wie ik ben: het onbevangen, spelend kind.  

Wat mij zeker helpt is de rauwe gekte van mijn theatergroep, die mij gezond en gelukkig houdt. Buiten zijn, natuur, is voor mij noodzaak. Samenzijn met de mensen waarvan ik houd. Ik zoek graag de stilte op: mezelf terugtrekken om te schrijven en te schilderen.  Dan laad ik op.

Call to action
Ik vraag je even je ogen te sluiten en naar binnen te gaan. En kijk naar het kind in jou, dat vast nog ergens zit. Misschien 7 jaar, of 4.
En vraag hem of haar: wat heb je nodig om te kunnen spelen in de wereld , om te worden wie je bent?

Laat een reactie achter:

Laat een reactie achter:

Share This