By Wilma van Tuyl | Begeleiden
Echt, het is maar wat jij ze vertelt. Jij als ouder, de volwassene. Dat maakt Sint tot een feest, niet zozeer de kleur van Piet. Sinterklaas is een verhaal, een goed verhaal dat elk jaar weer wordt verteld.
Kinderen maakt het niet uit, echt niet. Blauw, groen, roetpiet of zielenpiet: Sinterklaas is feest en dan krijg je cadeautjes. Liefst heel veel. Er is geen kind dat een trauma heeft omdat er vorig jaar regenboog pieten waren.
Kinderen zijn magische denkers en leven in het moment. Alles wat zich nu aandient, is waar voor hen.
Jij, de volwassen ouder, vindt de verandering lastig. Jij bijt je vast in hoe het verhaal is en zou moeten zijn.
Wat bijvoorbeeld de Pieten discussie ingewikkeld maakt, is dat we zelf ook ooit een magisch denkend kind waren. Volwassenen die zich zo aan Zwarte Piet hechten, zijn vooral boos omdat het kind in hen wordt ontkend. Ook voor hen was het verhaal van Sinterklaas ooit waar.
We reageren vanuit een kinderlijke –geen kinderachtige- gehechtheid aan het Sinterklaas verhaal. Dit verhaal heeft immers een grote emotionele waarde. Het afpakken van het magische verhaal is als de favoriete knuffel afpakken van je kind. Hij voelt dan een diep verdriet. Hij zet ook meteen zijn hakken in het zand: ‘Ik wil mijn knuffel terug.’
Inmiddels is er ook een ander Sint verhaal: dat van de donkere medemens gekwetst voelt door de zwarte versie van Piet. Ook zij bijten zich vast in hun verhaal en schreeuwen het van de daken: het is beledigend, ja zelfs racistisch. En ja, ook zij voelen pijn. Zij willen een nieuw verhaal, dat recht doet aan wie ze zijn.
Wil dit oersterke feest leuk blijven voor iedereen, dan vraagt dit verhaal, ieders ‘waarheid’, om erkenning en bijstelling.
Wees bereid te zien dat het jouw verhaal en dus waarheid is, en voel waarom je eraan gehecht bent.
Heb begrip of mededogen voor je emoties, en ja ook voor die van de ander.
Dit schept ruimte om wat afstand te nemen en je verhaal los te laten.
Die verandering doet pijn, maar het hoort erbij.
Uiteindelijk omarm je samen een nieuw verhaal.
In een ander jasje.
Daarvoor zijn vier noodzakelijke stappen nodig: HEVA.
Doel
Leren luisteren naar de ander, in het moment zijn, ja zeggen tegen het verhaal van de ander, aansluiten bij wat is, loslaten van jouw idee of verhaal als leidend.
Resultaat en vertaalslag
Teamleden leren wat echt luisteren is en met aandacht bij de ander te zijn. Ze ervaren wat het oplevert om je eigen idee los te laten en wat het effect is als je samen een nieuw verhaal maakt –lees: je mening of oordeel loslaat. Zij nemen letterlijk verantwoordelijkheid voor het nieuwe, gemeenschappelijke verhaal. Het is een nieuwe, gedeelde ervaring.
Belangrijke bijvangst
Ze hebben gegarandeerd lol en staan open voor de ander, zijn mening, opvatting of idee.
Aanpak
Vraag de groep om duo’s te vormen, met het gezicht naar elkaar toe.
Geef de instructie dat ze samen een nog niet eerder verteld verhaal gaan maken.
Vertel dat er een belangrijke restrictie is: ieder zegt een woord per keer van het verhaal, ofwel: ze mogen om beurten één woord zeggen.
Begin met: Er was eens…
Laat het verhaal in 2 minuten afronden.
Bijvoorbeeld: Er/was/eens/een/man/die/altijd/ vroeg/van/huis/ging/punt.
Hij/was/iemand/die/graag/overal/op/tijd/was/punt. (etc)
Belangrijk: vertel dat een punt ook een woord is. Dat helpt hen nieuwe zinnen te maken en voorkomt dat ze verzanden in lange en ingewikkelde zinnen.
Reflectie: Zeven vragen die een brug slaan naar een nieuw verhaal